Haarlem wil de burgers betrekken bij het beleid van de bomen in Schalkwijk.
100 door loting geselecteerde burgers van Schalkwijk zullen op 8 april 2017 samen nadenken over de bomen in Schalkwijk.
- Wat betekenen de bomen in Schalkwijk voor u?
- Wat moet er volgens u veranderen of juist behouden blijven?
- Welk advies geeft u de gemeente Haarlem?
Dit is voor Haarlem de eerste keer om het zo op deze manier aan te pakken. Vooraf aan het overleg konden bewoners met een deskundige in Schalkwijk bomen bekijken. Experts helpen de bewoners als ze vragen hebben.
Het advies over een plan van aanpak voor de bomen in Schalkwijk gaat naar het college van Burgemeester en Wethouders en de gemeenteraad van Haarlem. Dit door burgers op grond van gesprekken met elkaar en het raadplegen van experts geformuleerde advies wordt door het college meegenomen in het formuleren van haar voorstel aan de gemeenteraad. En door de gemeenteraad in het vormen van een oordeel over dat collegevoorstel.
Deelnemers die zich niet in – onderdelen van – dit advies herkennen kunnen dat kenbaar maken. Hun zienswijze wordt toegevoegd aan het advies.
Het advies van de Schalkwijk 100 wordt overhandigd aan het college van B&W, dat dit mee zal wegen in haar voorstel aan de gemeenteraad over de aanpak van bomen in Schalkwijk.
Behoud en verbetering van de groene leefomgeving.
In het Coalitieprogramma Haarlem 2014 – 2018 wordt aangegeven dat speciale aandacht uit gaat
naar behoud en verbetering van de groene leefomgeving. De gemeente Haarlem richt zich op een duurzame ontwikkeling van een kwalitatief hoogwaardig bomenbestand. De aard van het bomenbestand moet aansluiten op zowel de landschappelijke kwaliteiten van de omgeving als op de stedelijke structuur. Overlastsituaties moeten worden voorkomen of beperkt. De positieve bijdrage die bomen leveren aan de kwaliteit van de leefomgeving voor mensen en het ecosysteem van planten en dieren moet optimaal worden benut.
De volgende aandachtspunten gelden voor het bestaande bomenbestand:
- Bij nieuwbouwprojecten of ontwikkelingen in de openbare ruimte moeten bestaande bomen zo
veel als mogelijk gehandhaafd blijven, rekening houdend met de waarden van de gezonde boom
conform de Bomenverordening. - De boomsoort, grondsoort en omvang van de groeiplaats moeten op elkaar zijn afgestemd en de boom moet voldoende ruimte hebben om zich ondergronds en bovengronds optimaal te ontwikkelen.
- Bij het keuze van de boomsoort wordt rekening gehouden met de invloed die bomen hebben op de luchtkwaliteit en boomsoorten die van belang zijn voor de ecologie.
- Diverse bomen moeten de ruimte krijgen/houden om zich in de toekomst ten minste tot een monumentale boom te kunnen ontwikkelen.
Leeftijdsopbouw naar soort
Het bomenbestand in Schalkwijk is opgebouwd uit 52 verschillende boomgeslachten.
9.499 bomen zijn van de 1e grootte (minimaal 15 meter hoog in volwassen fase). Voor deze bomen geldt dat deze zich op basis van de leeftijd eigenlijk nog maar in halfwasfase bevinden. De meeste bomen zijn 30 tot 45 jaar oud. In het geval van bomen van de 2e en 3e grootte zijn dit bomen die hun volwasfase hebben bereikt.
Het percentage bomen ouder dan 60 jaar is slechts 1,2%.
Het zijn juist deze bomen die hun functie optimaal vervullen gebaseerd op kroonafmeting in relatie tot positieve klimaateffecten. Van de oude bomen hebben er 73 een monumentaal karakter. 63 bomen hebben een monumentale status als ‘waardevol’. Helaas zijn er 19 bomen met een monumentaal karakter die in matige of slechte conditie verkeren. Van de bomen met een waardevolle status zijn er 8 in matige of slechte conditie. De bomen ouder dan 60 jaar en de bomen met een monumentaal karakter dienen een hoge mate van bescherming te krijgen omdat hun aandeel van het totale bomenbestand marginaal is.
De 5 meest voorkomende boomgeslachten in Schalkwijk zijn, op aflopende volgorde: Fraxinus (es), Acer (esdoorn), Alnus (els), Ulmus (iep) en Tilia (linde). In de geslachten
Populus (populier) en Salix (wilg) komen veel snelgroeiende soorten voor. In de geslachten Acer
(esdoorn), Alnus (els), Betula (berk) en Ulmus (iep) komt een aantal snel groeiende soorten voor.
Met name populier en wilg (totaal 1.723 stuks) kunnen eerder last krijgen van takbreuk en hebben daarom na 30 tot 40 jaar extra zorg nodig. Het aandeel oude populieren en wilgen is hoog. Van de 815 populieren zijn er 401 exemplaren 45 jaar of ouder. Van de 908 wilgen zijn er 188 exemplaren 45 jaar of ouder.